Het Grimani brevier
Brevarium secundum consuetudinem Romanae curiae
zogenaamd Brevario Grimani
(Bibliothèque Nationale Marciana,
Biblioteca Nazionale Marciana, Venetië, cod. Lat. I, 99)
Beschrijving
Gerard DAVID (toegeschreven aan), De annunciatie,
miniatuur uit het Grimani brevier, omstreeks 1510
|
Het Grimani brevier is heel bijzonder door het aantal en de kwaliteit van zijn verluchtingen
(miniatuurschilderkunst).
Zoals toen gebruikelijk gaat een door Vlaamse schilders geïllustreerde kalender vooraf aan de
teksten die de inhoud vormen van het brevier. Elke maand wordt op een volledige pagina
uitgewerkt. In deze miniaturen wordt speciaal aandacht besteed aan de seizoenen,
het werk op het veld en de gebruiken van de rijke Vlaamse burgerij. Tegenover de verluchte
pagina wordt de maandkalender afgebeeld in een kader van landelijke taferelen, beelden van het
alledaagse leven, monochrome godsdienstige onderwerpen en het passende tekens van de dierenriem.
Het manuscript is opgedeeld in hoofdstukken met telkens 68 verluchtingen die hele pagina's
in beslag nemen. Deze verluchtingen tonen taferelen uit de bijbelse geschiedenis,
het leven van Christus en de heiligen. Grote kaders en kantlijsten verlevendigen elke pagina :
op een monochrome achtergrond worden takken, bloemen, insecten en dieren afgebeeld,
wat typisch is voor de decoratieve typologie van de Gentse en Brugse scholen.
Zoals in andere werken uit die periode wordt het manuscript gekenmerkt door de naast elkaar
weergegeven vooorstellingen van heilige en wereldse thema’s en het realisme waarmee het
dagdagelijkse leven in “de Vlaanders” wordt weergegeven.
Sommige verluchtingen zijn vast en zeker gemaakt in ateliers. Een groot deel van de kalender
en de afbeeldingen, die naar Italiaanse smaak een complexe ruimtelijke opbouw kennen,
kunnen echter aan Gérard HORENBOUT die toen actief was in Gent toegeschreven worden.
De archaïserende en meer decoratieve illustraties kunnen evenwel aan Alexander
(zogenaamd “Sander”) BENING en zijn zoon Simon worden toegeschreven.
Het brevier past perfect in de GRIMANI collectie die een groot aantal werken van Vlaamse
artiesten telt, waaronder MEMLING.
|
De restauratie is voltooid en aan de pers voorgesteld op 12 maart 2005.
Geschiedenis
In oktober 1520 wordt het brevier voor de eerste maal vermeld door zijn toenmalige eigenaar,
kardinaal Domenico GRIMANI, bij het opstellen van diens testament in oktober 1520 (de kardinaal
komt in 1523 te overlijden). Hij had het manuscript gekocht van Antonio SICILIANO,
kamerheer van Massimiliano SFORZA, Hertog van Milaan. Antonio SICILIANO kan het brevier gekocht
hebben in Vlaanderen toen hij daar in 1514 ambassadeur was van de Hertog SFORZA.
De oorspronkelijke opdrachtgever van het werk is niet bekend maar de rijkdom van het brevier
toont aan dat het niet over een werk gaat van “alledaagse productie”. Sommige afbeeldingen
weerspiegelen de stijl van de kunstenaars op het einde van de 15de eeuw, zoals Hugo VAN DER GOES,
Hans MEMLING en Gerard DAVID. Sommige nieuwigheden pleiten echter voor een latere datering
van het kunstwerk, nl. rond 1520, op het hoogtepunt van de School van Gent en van Brugge,
vertegenwoordigd door Quentin METSYS, Joos VAN CLEVE en Jan GOSSAERT.
De iconografische cyclus van de kalender is geïnspireerd op de illustraties van de gebroeders
LIMBOURG in de “Très riches heures” van de Hertog van BERRY, welke ongeveer een eeuw voordien
gemaakt werden, in de periode 1411-1416. Het is inderdaad mogelijk dat dit werk consulteerbaar
was in Vlaanderen ten tijde van de realisatie van het brevier, aangezien
MARGARETA VAN OOSTENRIJK, weduwe van FILIBERTO II van SAVOIE, eigenaar van dit werk,
in die periode gouverneur van de Nederlanden was.
[ De restauratie van het brevier en de
financiering door MICROSOFT]