Het "Vertrek van de Engelse ambassadeurs" van de schilder Xavier Mellery

Kopie, door Xavier Mellery (1845-1921), naar 'Het vertrek van de Engelse ambassadeurs', scène uit de Sint Ursula cyclus van Vittore Carpaccio (ca. 1460-ca. 1526).
Olie op doek, 280 x 350 cm, 1872
Verzameling Koninklijke Musea voor Schone Kunsten in België, in depot in de Academia Belgica.

Deze kopie werd door Xavier Mellery tussen april en november 1872 geschilderd op ware grootte naar het origineel dat bewaard wordt in de Gallerie dell'Accademia te Venetië. Dit werk maakte deel uit van de opgelegde taken die een schilder moest voltooien als laureaat van de 'Prix de Rome belge', prestigieuze beloning die de schilder in 1870 verkregen had. De 'Prix de Rome' moesten zich tijdens een verblijf in het buitenland, hoofdzakelijk in Italië, vormen in contact met werk van grote meesters uit het verleden, door het bestuderen en kopiëren ervan. Het schilderij werd door de Belgische staat in 1873 verworven en werd deel van de collectie van de Koninklijke Musea, waar men toen een museum van kopieën wilde creëren.

De legende van de Heilige Ursula is een cyclus van 9 doeken, in opdracht gegeven aan Carpaccio voor het oratorium van de Scuola di Sant'Orsola te Venetië en uitgevoerd in meerdere stukken, tijdens de jaren 1490. Deze doeken worden vandaag bewaard in de Gallerie dell'Accademia. Ze vertellen de geschiedenis van de Heilige Ursula zoals ze in die periode gekend was dankzij de Gulden Legende van Jacobus de Voragine.

Ursula, dochter van de christelijke koning van Bretagne, gekend om haar schoonheid en deugd, werd uitgekozen door de heidense koning van Engeland die haar wou uithuwelijken aan zijn zoon, troonopvolger. Hij stuurde zijn ambassadeurs dus naar het hof van Bretagne, om de hand van het jonge meisje te vragen. De door Mellery gekopieerde scène toont deze ambassadeurs bij de koning van Bretagne, rechts op de troon. Zijn dochter heeft aanvaard de jonge Engelse prins te huwen op voorwaarde dat hij zich tot het christendom bekeert en met haar op bedevaart naar Rome gaat, in het gezelschap van 11.000 maagden. De volgende scènes stellen de terugkeer van de ambassadeurs naar het Engelse hof voor, de ontmoeting tussen de toekomstige gehuwden, het vertrek van de schepen naar Rome en de ontvangst door de paus van de bedevaarders. Na een soort pauze in het verhaal, de droom van Ursula, volgt het vreselijke martelaarschao van de Heilige, haar verloofde en de 11.000 jonge meisjes in hun gevolg, gedood door de Hunnen in Keulen, stad die ze hadden veroverd. Het verhaal eindigt met de apotheose van de Heilige.

Nota opgesteld door de Academia Belgica.





Xavier Mellery, Belgisch schilder, beeldhouwer, tekenaar en illustrator, geboren in Laken in 1845 en overleden in dezelfde stad in 1921, was een pionier van het symbolisme en leermeester van Fernand Khnopff. Zijn oeuvre bezit een naturalistisch aspect, dat vooral te zien is in de landschappen van het eiland Marken, geschilderd in 1878-79 op vraag van Charles De Coster, maar hij is vooral bekend voor zijn intimistische scènes (waaronder de serie tekeningen L’Ame des choses uit de jaren 1890) en voor zijn grote allegorische scènes tegen een goudkleurige achtergrond, bestemd voor de decoratie van openbare gebouwen. Hij illustreerde La Belgique van Camille Lemonnier (1885) en voerde ontwerptekeningen uit voor de beeldhouwwerken van de beroepen in het park van de Kleine Zavel (1882).

Zijn werk is het thema geweest van meerdere belangrijke tentoonstellingen, beginnende met de eerste retrospectieve het jaar volgend op zijn door, in Antwerpen, tot Xavier Mellery. L’Ame des choses, gewijd aan de kunstenaar in het Museum van Elsene in 2000. Een groot aantal van zijn schilderijen worden bewaard in het Museum voor Schone Kunsten te Brussel.

Als leerling van Jean Portaels aan de Academie voor Schone Kunsten in Brussel, reisde Xavier Mellery meer dan twee jaar lang door Italië nadat hij de 'prix de Rome' in 1870 ontvangen had. Het werk dat vandaag wordt tentoongesteld in de Academia Belgica is het resultaat van meer dan 6 maanden werken in de Galleria dell’Accademia in Venetië in 1872.

Het boek van Christine Dupont gewijd aan Modèles italiens et traditions nationales. Les artistes belges en italie (1830-1914), helpt de keuze van Mellery te situeren in de artistieke formatie van zijn tijd: “De volgende winnaar van de 'prix de Rome' (1870), Xavier Mellery, zal naar eigen zeggen zeven à acht maanden doorbrengen in de dogenstad. Ook hij geraakt gepassioneerd door de Venetiaanse schilderkunst, maar zijn interesse gaat vooral uit naar de kunst van Carpaccio. Mellery zal meer dan zes maanden lang, zeven à acht uur per dag, doorbrengen met de reproductie van één van de monumentale panelen van 'De legende van de Heilige Ursula' van de hand van deze meester van het einde van het Quattrocento.” (p.454)

“Ik werk regelmatig aan deze kopie van 8 uur 's ochtends tot 4 uur 's namiddags - schrijft hij - en, na de sluiting van het museum, ga ik naar de natuur schilderen waar ik veel leer.” (Brief van Mellery aan Kempeneers, Venetië, 18 juli 1872, p. 259).

Als deze keuze vergeleken wordt met de vrij wijds verspreide aantrekking van de Belgen voor de Venetiaanse schilderkunst - vertelt Lambert Mathieu, is de Venetiaanse schilderkunst de Italiaanse school "die het meeste analogieën vertoont met de onze - , toont ze ook een soort mode of herontdekking van deze schilder in de XIXde eeuw, in het kader van de veel grotere herontdekking van de primitieven."

Jean Portaels zei al in 1844: “[…] De schilders die voorafgingen aan de meesters die ik net noemde, hebben voor mij veel aantrekkingskracht, ik hoor spreken van Giovannu Bellini, Carpaccio, Gentile Bellini en anderen, die aan een grote naïviteit van uitdrukkung een mooie kleur en stijl koppelen. Ik denk dat deze meesters het bestuderen zeer waard zijn.” (Brief van Portaels aan Wappers, Venetië, 2 augustus 1844, p. 458).

p. 479. “Mellery van zijn kant aarzelt niet toe te geven "Ik overtuig er mij elke dag van dat de natuur in de eerste, de primitieven in de tweede en de genieën in de derde plaats altijd de basis van de artistieke opvoeding moeten zijn". (1ste rapport van Mellery, Rome, 1873).

Tekst opgesteld door de Academia Belgica op basis van de volgende bronnen :

  • Dupont, Christine A., Modèles italiens et traditions nationales. Les artistes belges en Italie (1830-1914), Bibliothèque de l’Institut historique belge de Rome, LIV, Bruxelles, 2005.
  • Thieme, Ulrich, Becker, Felix, Allgemeines Lexikon der bildenden Künstler von der Antike bis zur Gegenwart, Leipzig, Engelmann, 1907-1950 - 37 v., vol. XXIV, 1940, p. 365.
  • Delzenne, Yves-William Houyoux, Jean (dir.), Le nouveau dictionnaire des Belges, Bruxelles, Le Cri, 1998, vol. 2, p.105.
  • Notice sur Xavier Mellery dans le Dictionnaire des peintres belges, sur le site balat.kikirpa.be.
  • Sulzberger S., Mellery (Xavier) in Biographie nationale publiée par l’Académie royale des sciences, des lettres et des beaux-arts de Belgique, Bruxelles, Bruylant, 1964, t. XXXII, p. 518.
  • Discours prononcé par M. Ernest Verlant aux funérailles de M. Xavier Mellery in Académie royale de Belgique. Bulletin de la Classe des Beaux-Arts, 1921, p.20-22





[De restauratie van het doek en de financiering door groep SUEZ]